“Wat zijn het toch gekke tijden hè”

“Wat een rare tijden zijn het toch hè?” “Nou ja, echt rare tijden.” Zo’n gesprek wat je dan hebt met vage kennissen of mensen die je een lange tijd niet spreekt. Het is een beetje het nieuwe: “Ze zeiden dat het mooi weer zou worden vandaag,” of “Nou hopelijk gaat het niet regenen.” Het zijn zinnen van een typisch alledaags gesprek op dit moment. Op zich zijn het al jaren rare tijden. In 2001 vlogen er vliegtuigen gebouwen binnen in New York, politici werden in Nederland bedreigd doodgeschoten op straat, al jaren zijn er terroristische aanslagen, mensen lopen kerken, scholen en clubs binnen met geweren en schieten zomaar mensen neer, twee mannen die hand in hand op straat lopen worden uitgescholden en mishandeld, en Trump werd president van de VS. Er zijn veel dingen gebeurd waarvan je misschien eerder niet had kunnen voorstellen dat het zou gebeuren. 

Laatst had ik het er met mijn moeder over dat dit wel echt het meest onverwachtse is wat er kon gebeuren. Het is iets wat je gewoon niet echt in je hoofd had gehaald. Mondkapjes, afstand houden, een pandemie? Het was het laatste wat ik had voorzien als ‘ramp’ voor Nederland. Dat had iemand me vorig jaar moeten vertellen, of had me foto’s moeten zien uit de toekomst. We hadden allemaal gedacht dat het een verlate één april grap was ofzo. Ik had de overstroming van Nederland nog waarschijnlijker gevonden.

Dus ja, rare tijden zijn het zeker, en tijden die we voor een lange tijd niet zullen vergeten. Tijden waar we onze kinderen over zullen vertellen, zoals mijn oma wel eens over de oorlogstijd vertelde (ik wil de oorlogstijd niet met corona tijd vergelijken in ernst, maar ik denk dat er in het gemiddelde leven van de 26-jarige in Nederland op zo’n landelijk niveau niet iets anders is geweest wat zo impactvol was als dit, allerlei persoonlijke omstandigheden natuurlijk daargelaten). Ondanks dat het een interessante tijd is, heb ik er wel enigszins vrede mee om dat zinnetje achter mij te laten, haha. We weten het nu wel, dat het gekke tijden zijn. Hoe nietszeggend die zinnetjes ook zijn, soms moet je ze er even tussendoor gooien. Dan heb je net de ins en outs van alle corona gevallen in je omgeving, de consequenties voor veel mensen en de wereldproblematiek besproken. En dan moet je toch even die zin er achteraan gooien: tja het zijn toch gekke tijden. Het is een soort zalf op de won. Je hebt die wond net opengescheurd in dat gesprek, waar weinig sprankjes hoop zijn, die uitmondt in een gesprek over klimaat, waar ook maar weinig hoop is, en wat dan weer uitmondt in een gesprek over de Nederlandse politiek en verkiezingen, waar je ook met je handen in het haar van gaat zitten, en dan kom je bij de algehele wereldpolitiek terecht, en beland je bij corrupte landen en landen waar mensen nog onderdrukt worden, landen waar nog armoede is, en kom je weer bij klimaatproblematiek en de invloed daarvan op die landen, en dan wil je gewoon op vakantie maar je wil niet vliegen en dan ga je naar de wc en is het wc-papier op en ja, dan is er één zin die alles even weer helemaal lekker kan relativeren: wat zijn het toch allemaal gekke tijden hè. En dan schenk je nog maar een glas wijn in en proost je met jezelf, met je partner of met een handvol andere vrienden op… het leven dan maar? Het gekke leven? 

Corona is zeker iets wat in ons geheugen gegrift staat. Eén vriend van mij hoorde ik dit zeggen: “Ja, je hebt écht de pre-corona en de post-corona (of nou eerder mid-corona) tijd.” Ja dat is echt zo, hoe stom het ook klinkt. Er was een leven voor corona, toen knuffelen en lekker met de trein naar vrienden toe gaan en feestjes geven en vreemden een hand geven normaal was, en er was een tijd daarna waarin ik, en vele mensen met mij, beseften wat we eigenlijk allemaal hadden, en hoe we dat eigenlijk te weinig hebben gewaardeerd toen we het hadden. 

En ik kan niet wachten op het moment dat we dat weer gaan hebben. Zodra corona over is, staan we voor nog veel grotere problemen die opgelost moeten worden, dus we zijn er dan eigenlijk nog niet. Maar het allerfijnst is dan wel dat we die tegenslagen en en uitdagingen mogen trotseren terwijl we hutje mutje op elkaar staan, al groepsknuffelend in een kringetje staan, weer met vriendengroepen en familie samen kunnen komen, en weer met elkaar mogen zingen, dansen en lachen. Ik denk dat er maar weinig dingen zijn die ik meer zal gaan waarderen dan dat, wanneer het weer kan. Ik denk ook dat dát hetgene is wat je niet snel zal vergeten, en wat je lang bij zal blijven. Misschien vindt er wel een volledige cultuurshift plaats. Waar de afstandelijke drie zoenen plaatsmaken voor innige knuffels, waar we ineens veel meer gepassioneerd en vol liefde zullen zijn met elkaar en minder afstandelijk gaan doen. Nederland vol passie, een beetje van het zuiden en een beetje van Maggi zeg maar.